Er was eens een chef-kok in een Amsterdams restaurant. Hij kookte de sterren van de hemel. En dat niet alleen: hij was ook stagebegeleider voor leerling-koks, begaafde jongeren die hij de fijne kneepjes van het vak leerde.
Als de chef-kok uit het raam keek, zag hij het praktijklokaal van een school voor zeer-moeilijk-lerende kinderen met gedragsproblemen. Daar vlogen tijdens de kooklessen de aardappels tegen de ramen.
De chef-kok, hij heet Ger Schönhage, deed op een dag iets wat zijn leven voor altijd veranderde: hij trok zijn jas aan en stak de straat over.
Na gesprekken met de school had hij vijf nieuwe stagiaires, leerlingen van de overkant. Een enorme uitdaging om deze kinderen met hun ‘moeilijk-verstaanbare gedrag’ dingen te leren. Maar het lukte. Vier van de vijf kinderen ging daarna ergens in een keuken aan de slag, en de vijfde werd medewerker in een linnenkamer.