donderdag 27 februari 2014

Zorgmanege IJweg en Stichting De Linde



| Door Maaike Ballieux |

Er was eens een chef-kok in een Amsterdams restaurant. Hij kookte de sterren van de hemel. En dat niet alleen: hij was ook stagebegeleider voor leerling-koks, begaafde jongeren die hij de fijne kneepjes van het vak leerde.

Als de chef-kok uit het raam keek, zag hij het praktijklokaal van een school voor zeer-moeilijk-lerende kinderen met gedragsproblemen. Daar vlogen tijdens de kooklessen de aardappels tegen de ramen.

De chef-kok, hij heet Ger Schönhage, deed op een dag iets wat zijn leven voor altijd veranderde: hij trok zijn jas aan en stak de straat over.

Na gesprekken met de school had hij vijf nieuwe stagiaires, leerlingen van de overkant. Een enorme uitdaging om deze kinderen met hun ‘moeilijk-verstaanbare gedrag’ dingen te leren. Maar het lukte. Vier van de vijf kinderen ging daarna ergens in een keuken aan de slag, en de vijfde werd medewerker in een linnenkamer.


In de klei

Toen ik Ger voor het eerst ontmoette, was hij net eigenaar van de manege aan de IJweg geworden, een manege met veel achterstallig onderhoud aan de panden en de omliggende grond. Daar moest zijn droom uitkomen: een zorgmanege waar mensen met een licht-verstandelijke beperking, hun dag kunnen doorbrengen, kunnen leren, kunnen groeien en zo goed mogelijk kunnen ‘meedoen’. Ook de vrouw van Ger, Caroline, en zoon Kees, werken op de zorgmanege, en dochter Kim brengt er naast haar studie vele uren door.

Deze maandagmorgen in januari 2014 ga ik met Herman Tuning op bezoek bij de Zorgmanege aan de IJweg. Er is in de afgelopen jaren keihard gewerkt, de stallen en de andere gebouwen hebben een metamorfose ondergaan, er is een ‘brocante-winkeltje’ geopend, er is een theesalon en een moestuin, het ziet er geweldig uit. Ger ‘heeft’ zijn zorgmanege!

Op de zorgmanege werken momenteel 40 deelnemers, en er stromen in de komende maanden nog tien mensen in. De bedoeling is te groeien naar zestig deelnemers. De meeste deelnemers hebben een lichte verstandelijke beperking heeft. Een licht verstandelijke beperking betekent een IQ tussen de 50 en 70, of een IQ tussen de 70 en 85 met daarbij problemen met de sociale redzaamheid. Ook zijn er deelnemers uit de GGZ, en inmiddels ook iemand via het wmo-loket van de gemeente Haarlemmermeer bij de zorgmanege werkzaam.

Vrijwilligers

Ger vertelt om te beginnen over de groep vrijwilligers, het zijn er 23 in totaal. Ger werkt samen met de Vrijwilligerscentrale van stichting Meerwaarde, zij verzorgen de toeleiding naar het vrijwilligerswerk. Er is heel uiteenlopend werk, zo is er iemand hard aan het werk in de moestuin, maar er zijn ook vijf mensen die als chauffeur de busjes rijden. Want het bleek dat het voor veel deelnemers niet mogelijk was zelfstandig naar de manege te komen. De samenwerking met de Vrijwilligerscentrale is belangrijk, vertelt Ger, hij kan zo de inzet van vrijwilligers inzichtelijk maken. Bovendien helpt de Vrijwilligerscentrale hem bij de toeleiding naar het meest passende vrijwilligerswerk, en zorgen zij voor scholing en screening van de vrijwilligers.

Theesalon

We strijken neer in de theesalon waar de houtkachel hoog is opgestookt. Bij het gesprek schuiven twee nieuwe gezichten aan. Het zijn Tjeerd de Jong en Annemarie Plinta, beiden werkzaam bij Stichting de Linde.

Deze stichting is een zorgorganisatie, die bestaat uit een aantal zelfstandige kleinschalige organisaties, die intensief met elkaar samenwerken. Stichting de Linde is opgericht in 2002, toen veel cliënten uit traditionele instellingen vertrokken en zelfstandig in de samenleving gingen wonen. Deze mensen hebben begeleiding en ondersteuning nodig, helemaal zelfstandig zijn is meestal te hoog gegrepen. De ondersteuning kan bijvoorbeeld zijn bij het invullen van een dagritme, het onderhouden van relaties met andere mensen, het runnen van een huishouden, en het doen van de administratie.

Eén op de acht

Annemarie vertelt dat maar liefst een op de acht Nederlanders een licht-verstandelijke beperking met bijkomende problematiek heeft. Later zoek ik dat zelf na, ik wist dat het percentage hoog was, maar zo hoog? Ik kan het bijna niet geloven. Maar ze heeft gelijk.

Dit zijn de cijfers zoals ze onder andere in 2011 door het Sociaal en Cultureel Planbureau zijn gerapporteerd: er zouden in ons land 110.000 mensen zijn met een IQ lager dan 70, en maar liefst 2,2 miljoen personen met een IQ tussen de 70 en 85. Een schatting van het RIVM is dat 61 procent van de mensen met een IQ tussen de 70 en 85 problemen heeft problemen met de sociale redzaamheid: dat zijn 1,3 miljoen mensen in ons land. En daarmee klopt dat schokkende getal van één op de acht inderdaad.

Decentralisaties

Het is onder andere deze groep die niet langer in aanmerking komt voor ‘intramurale zorg’, dus zorg binnen een instelling. Het zijn, om in jargon te vervallen, ‘de mensen met de lagere ZZP-indicaties’, en  ‘zij gaan over naar de gemeente’.

Het zijn ook de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, de werknemers van de sociale werkplaats bijvoorbeeld.

Wat hebben zij nodig om mee te kunnen doen, en om mee te blijven doen? En: wie zijn deze mensen en hoe bereiken we ze? Dat zijn voor alle gespreksdeelnemers belangrijke vragen.

Annemarie en Tjeerd benadrukken dat ook hier geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Wanneer iemand met deze problematiek preventief begeleiding krijgt, en hulp bij het op orde krijgen of houden van zijn/haar leven, dan zal dat ernstiger regieverlies voorkomen. Als dat gebeurt, is dat vreselijk voor de mensen die het betreft. 

Maar ook de maatschappelijke effecten kunnen groot zijn. Annemarie stelt dat drie jaar ‘niets’ doen, er voor zorgt dat mensen wellicht voor overlast zorgen en/of vereenzamen, en daarna alsnog een beroep moeten doen op duurdere zorg. Vaardigheden gaan namelijk verloren, als ze niet bijgehouden worden, en een aantal zaken zijn echt te ingewikkeld, bijvoorbeeld het beheer van de financiën.

Ik herken haar signaal van het gesprek dat ik ooit voerde met iemand van een school voor speciaal onderwijs. Daar werd met veel moeite en inzet geprobeerd de leerlingen voor te bereiden op werken in een beschutte omgeving, maar door de lange wachttijden voor een plekje raakten veel jongeren na het behalen van hun certificaat hun moeizaam opgebouwde vaardigheden kwijt, zoals het leven met een dagritme, sociale vaardigheden en het uitvoeren van werkzaamheden.

Die ondersteuning kost geld, pakweg 15.000 tot 20.000 euro per jaar, en dat bedrag kan meestal lager worden na verloop van tijd. Maar wanneer iemand gebruik moet gaan maken van de duurdere langdurige zorg, dan praten we over bedragen boven de 40.000 euro. Wat hier ‘schuurt’ is dat de gemeente die preventieve begeleiding betaalt, en zo instroom in de duurdere zorg, een landelijke regeling, voorkomt.

Eén plus één plus één is ….efficiënt

Stichting de Linde en de zorgmanege zijn een samenwerking aangegaan. Ger is als zorgondernemer verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van zijn zorgmanege, en zorgt ervoor dat de deelnemers daadwerkelijk dagbesteding krijgen. De meeste deelnemers, zoals Ger ze noemt ‘het zijn geen cliënten’, komen voor vijf of zes dagdelen naar de manege. Dat is ook genoeg, het runnen van hun huishouden en hun leven, kost hen meer tijd en moeite dan gemiddeld, immers.

Ger wordt daarbij zelf ‘ontzorgd’ door Stichting de Linde. De Linde verzorgt de intake van de deelnemers, en brengt hun zorgvraag in beeld. Ook neemt de Linde andere administratieve handelingen over van Ger, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van indicaties voor de zorg. Veel tijd gaat zitten in de de bureaucratie, waar volgens Tjeerd overigens ook het personeel dat betrokken is bij de woonbegeleiding een groot gedeelte van hun tijd mee kwijt is.

Er wordt ook samengewerkt met Scouting Groep Sint Maarten, die recent een prachtig pand kreeg, vrijwel naast de zorgmanege. Dit pand staat leeg, precies op de momenten dat de zorgmanege behoefte heeft aan ruimte.

En wat betekent de tussenkomst van de zorgmanege voor de deelnemers zelf? Trots meldt Ger dat er inmiddels al twee personen zijn 'doorgestroomd' naar school, en dat er zelfs iemand is die via de zorgmanege een betaalde baan van twintig uur per week heeft gekregen.

Menselijke maat

Annemarie vertelt over de opdracht die ze kreeg van een aantal naburige gemeenten. Zij bekeek vanuit haar professionele ervaring met deze doelgroep een aantal dossiers. Bij deze gemeenten werd men zich er namelijk van bewust dat zij wellicht onvoldoende kennis hadden van deze doelgroep, en de problematiek niet goed konden (h)erkennen. Dat bleek inderdaad het geval. Soms bleek dat mensen ten onrechte een beroep deden op regelingen, bijvoorbeeld doordat zij zelf opgaven een psychische stoornis te hebben, maar bleek dat toch niet het geval.

Maar regelmatig waren het inderdaad mensen met een lichtverstandelijke beperking met daarbij GGZproblematiek, feiten die niet waren onderkend door de gemeente. En dat is betreurenswaardig, want met de juiste hulp kunnen deze mensen wellicht meer ‘meedoen’ dan nu het geval is. Maar dat vraagt wel dat de zorgvraag van het individu centraal staat, en er niet vanuit regelingen wordt gedacht. Maatwerk dus.

Stof tot nadenken

Ook dit bezoek geeft veel stof tot nadenken. Wat betekent het bijvoorbeeld voor onze gemeente dat één op de acht inwoners naar verwachting te maken heeft met deze problematiek? Hoe kunnen we kennis van deze doelgroep die onder andere bij dit initiatief voorhanden is, benutten bij het inrichten van het sociale domein? En wat kunnen we leren van de innovatieve manier waarop Ger als zorgondernemer samen werkt met een zorginstelling? Wat kunnen we van dit initiatief leren als het gaat om de inzet van vrijwilligers?

Meer weten?






Geen opmerkingen:

Een reactie posten